De voorjaars- of grote schoonmaak was vroeger een belangrijk moment in het jaar voor alle huisvrouwen. Het moment dat de zon weer meer ging schijnen en de stofdeeltjes duidelijk zichtbaar werden, was het tijd om het hele huis aan kant te maken. Kamer voor kamer ging men te werk en alle mufheid van de winter (wanneer mensen veel meer binnen zaten dan de rest van het jaar) werd naar buiten geveegd. Omdat er nog geen stofzuigers waren en men in de winter vaak een hout- of kolenkachel brandde, was dat extra noodzakelijk. Van mijn oma’s ken ik de voorjaarsschoonmaak nog. Ze vonden het allebei belangrijk dat het huis altijd netjes schoon was en als kind hielp ik regelmatig mee met poetsen. In het voorjaar gingen de vloerkleden naar buiten, het zondagse servies werd geboend tot het glansde en de gordijnen wasten ze uit. Een fris begin van het nieuwe jaar.

Tegenwoordig kennen we geen echte voorjaarsschoonmaak meer, al kom je de term in reclames nog wel tegen. Toch is het, zeker in deze tijd van coronalockdowns, heel gezond om het huis eens flink schoon te maken. Door de verwarming laag te zetten en goed te luchten, haal je verse, frisse lucht naar binnen en laat je het oude en muffe naar buiten verdwijnen. Ik was dan graag meteen de ramen, zodat ik niet langer door een sluier naar buiten hoef te kijken en het zonlicht ongestoord naar binnen kan vallen. Ook klusjes die anders blijven liggen zoals de vriezer ontdooien, de koelkast grondig schoon- (en leeg)maken en alle filters van de wasmachine, droger en afzuiger reinigen, pak ik in deze periode makkelijker op. Ik houd van een schoon en opgeruimd huis, omdat ik dan minder afgeleid raak en meer rust ervaar. De lente, wanneer mijn energie op gang komt na de donkere dagen, is een ideaal moment om hiermee aan de slag te gaan. Je maakt zo ruimte voor je nieuwe plannen, zowel om je heen als in je hoofd.